zaterdag 4 februari 2012

Opinie (Wetsvoorstel minimumstraffen) V.a. 6-2-2012 op de RuG-website.



Mr. dr. Nico Kwakman: ‘Minimumstraffen zijn niet effectief, betekenis is vooral symbolisch’

Ralph Aarnout



Ondanks forse kritiek van de Raad van State, gaat het kabinet door met de invoering van minimumstraffen voor zware delicten. Mr. dr. Nico Kwakman, strafrechtjurist aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft kritiek op het wetsvoorstel, maar kan er ook begrip voor opbrengen. ‘De effectiviteit van de wet is twijfelachtig, maar de symbolische betekenis is groot. Het kabinet geeft hiermee een krachtig signaal af – en dat is zijn goed recht.’



De Orde van Advocaten, de Raad van State, de Vereniging voor Rechtspraak [en de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (N.K.)] : allemaal adviseerden ze het kabinet de wet níet in te voeren. Maar het kabinet legt de adviezen naast zich neer en zet zijn plannen door. Misdadigers die binnen tien jaar voor de tweede keer een ernstig misdrijf plegen, moeten een minimumstraf opgelegd krijgen, aldus het kabinet. Dat wil zeggen: ten minste de helft van de maximumstraf die voor het vergrijp staat. Het wetsvoorstel is tot stand gekomen onder grote druk vanuit de PVV-fractie.



Niet effectief
Inhoudelijk valt er veel op het wetsvoorstel aan te merken, legt mr. dr. Nico Kwakman uit. Zware straffen verkleinen de kans op recidive niet, zo laat wetenschappelijk onderzoek zien. Ook is nog nooit aangetoond dat zware straffen leiden tot een daling van de misdaadcijfers. Kwakman: ‘Het is van groot belang dat de rechter de straf kan toesnijden op de individuele dader. Dat vergroot de kans op succesvolle terugkeer in de maatschappij. Voor zulk “maatwerk” hebben rechters straks minder ruimte.’



Roep uit de samenleving
Het kabinet zegt met de nieuwe wet tegemoet te komen aan een ‘roep uit de samenleving’ om strengere straffen. En dat terwijl internationale vergelijkingen laten zien dat misdaad in Nederland al streng wordt bestraft. Kwakman: ‘Nederlandse rechters zijn bepaald geen softies, zoals wel wordt beweerd. Ook zonder dat de politiek ze daar opdracht toe heeft gegeven, zijn ze de afgelopen jaren al veel strenger geworden. Ze richten hun antenne op wat er leeft in de samenleving. Deze wet doet daar, geheel overbodig, nog een schepje bovenop.’



Symbolische betekenis
Toch kan Kwakman wel begrip opbrengen voor het kabinet. ‘De effectiviteit van de wet is twijfelachtig, maar strafrecht draait om meer dan effectiviteit alleen. Het heeft ook een belangrijke symbolische betekenis. Waarschijnlijk is het het kabinet om de symboliek, om de ‘normbevestiging’ te doen. Het kabinet geeft een krachtig signaal af – en dat is zijn goed recht als democratisch gekozen wetgever. [Het is het goed recht van de democratisch gekozen wetgever om de functie van ‘normbevestiging’ van het strafrecht nog eens stevig aan te zetten en de rechters door middel van wetgeving een bepaalde richting op te sturen. (N.K.)]  Wie het er niet mee eens is, moet de volgende keer maar op een andere partij stemmen.’



Tongzoen is verkrachting
Rechters hebben nu nog veel vrijheid bij het vaststellen van de strafmaat. Dat wordt straks minder. Kwakman: ‘Een gedwongen tongzoen is een sprekend voorbeeld. Officieel geldt dat als een verkrachting, maar de rechter geeft er een relatief milde straf voor. Straks is de rechter gedwongen om iemand die zich voor de tweede keer schuldig maakt aan een gedwongen tongzoen, de helft van de maximum straf voor verkrachting op te leggen [Dat wordt als een zeer rigide uitkomst van de wet beschouwd (N.K.)]. Alleen in zéér uitzonderlijke gevallen kan van die strafmaat worden afgeweken.’



Stellingen innemen
En daarin schuilt het gevaar van de nieuwe wet, meent Kwakman. Rechters die de voorgeschreven minimumstraf niet passend vinden, zullen proberen de wet te omzeilen. Bijvoorbeeld door strafbare feiten minder snel bewezen te achten, de wet op eigen houtje heel ruim te interpreteren, of ‘noodconstructies’ te bedenken. Kwakman: ‘Op die manier zou de rechter steeds meer wetgevende en rechtsvormende taken naar zich toe trekken. [Dat zou niet de eerste keer zijn (N.K.)] En dat is jammer. De wetgever en de rechterlijke macht moeten in elkaars verlengde werken. Door deze nieuwe wet gaat men stellingen betrekken. De verhoudingen tussen wetgever en rechter zullen verharden.’



Curriculum vitae
Nico Kwakman (1950) is universitair docent straf(proces)recht bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Hij promoveerde in 2003 op een proefschrift over Schadecompensatie in het Strafprocesrecht. Kwakman verricht onderzoek naar onder meer jeugdstraf(proces)recht, de deskundige in het strafproces, schadecompensatie in het strafproces; terrorisme, de verhouding bestuursrecht-strafrecht en de verhouding tussen wetenschap en recht. Ook is hij coördinator van de minor Misdaad en Straf.


N.B.: Het wetsvoorstel is inmiddels ingetrokken (november 2012)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten