donderdag 16 januari 2014

Roekeloosheid in het kort



Culpa (schuld in de zin van onvoorzichtigheid) kan worden gedefinieerd als ‘verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid’

Sinds enige tijd wordt roekeloosheid als een bijzondere variant van culpa gezien.
Roekeloosheid grenst aan (voorwaardelijk) opzet en wordt daarmee als de zwaarste vorm van culpa beschouwd. Dat komt onder meer tot uitdrukking in de verdubbeling van de strafmaxima ten opzichte van ‘normale’ culpa (zie art. 175 lid 2 WVW 1994, art. 307 lid 2 en 308 lid 2 Sr). Daarmee is tot op zekere hoogte ook de kloof gedicht tussen de strafwaardigheid van (voorwaardelijk) opzet en de strafwaardigheid van ernstige vormen van culpa die daar zeer dicht tegenaan leunen (voorheen lagen deze strafmaxima ver uiteen).

Wordt met het begrip roekeloosheid in het normale taalgebruik kortgezegd ‘onnadenkendheid’ bedoeld, in juridische zin heeft het een heel andere betekenis. In juridische zin betekent roekeloosheid: zeer onvoorzichtig gedrag waarmee een zeer ernstig gevaar in het leven wordt geroepen, terwijl de verdachte zich daarvan bewust is (bewuste schuld) of had moeten zijn (onbewuste schuld). Kortom: een zeer ernstig gebrek aan zorgvuldigheid; het zwaarste verwijt dat iemand kan worden gemaakt. Gelet op de verdubbeling van de strafmaxima kan worden gesteld dat roekeloosheid twee keer zo afkeurenswaardig moet worden geacht als ‘gewone’ aanmerkelijke onvoorzichtigheid
Roekeloosheid mag dan ook niet zomaar worden aangenomen; aan de onderbouwing van de bewezenverklaring  van roekeloosheid worden zware (motiverings)eisen gesteld.

Culpa (en dus ook roekeloosheid) onderscheiden zich van (voorwaardelijk) opzet doordat bij culpa – zo wordt algemeen aangenomen – het wilselement ontbreekt. Zelfs bij voorwaardelijk opzet is er altijd sprake van een zekere vorm van willen: het ‘welbewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans’, de laagste gradatie van willen.
Daarnaast is er bij (voorwaardelijk) opzet altijd sprake van een vorm van ‘weten’, van bewustzijn. Opzet betekent immers ‘willen en weten’

Maar ook bij culpa kan er sprake zijn van een zeker bewustzijn (in dat geval wordt wel gesproken van ‘bewuste schuld’).  Zo duidt volgens de wetsgeschiedenis de zwaarste variant van bewuste schuld, roekeloosheid, op het ‘welbewust een onaanvaardbaar groot risico nemen dat een bepaald ernstig gevolg intreedt (we laten hier even buiten beschouwing of ‘onbewuste schuld’ ook roekeloosheid kan opleveren, hetgeen zou kunnen worden afgeleid uit de jurisprudentie).
Verschil met voorwaardelijk opzet is, dat de verdachte in geval van roekeloosheid wel een risico in het leven roept (en dat dus ook aanvaardt), maar dat hij wordt geacht er niet op uit te zijn dat het risico zich ook daadwerkelijk verwezenlijkt. Hij meent dat het zo’n vaart niet zal lopen, of maakt bijvoorbeeld een verkeerde inschatting.
In geval van voorwaardelijk opzet aanvaardt de verdachte juist wel dat het risico zich eventueel kan verwezenlijken.
Zie de voorbeelden in het blog waarnaar hierboven wordt verwezen.

Dat onderscheid laat echter onverlet dat de handelingen als zodanig even risicovol kunnen zijn. Voorts is het zelfs denkbaar dat degene die zich schuldig maakt aan ‘roekeloos gedrag’ (nog) niet eens is toegekomen aan de vraag of hij al dan niet aanvaardt dat het grote risico dat hij welbewust in het leven roept, zich ook daadwerkelijk verwezenlijkt. Daar kunnen allerlei ‘turbulente psychische processen’ die zich in zijn hoofd afspelen, aan in de weg staan. Het gebrek aan zorg voor de omgeving dat aldus gepaard gaat met roekeloosheid, is zo bezien misschien wel afkeurenswaardiger of risicovoller dan het welbewust een afweging maken en op de koop toe nemen van de mogelijkheid dat het risico zich verwezenlijkt. Dat wil zeggen dat met de roekeloosheid enerzijds een zo onaanvaardbaar groot risico wordt genomen dat het de omvang van de ‘aanmerkelijke kans’ die nodig is voor voorwaardelijk opzet, nog kan overstijgen. Terwijl het anderzijds niet is uitgesloten dat het ‘welbewust aanvaarden’ daarin latent aanwezig is, al naar gelang het handelen bepaalde proporties aanneemt, of een bepaalde wending neemt.

Alles bij elkaar kan roekeloosheid onder omstandigheden dus minstens even afkeurenswaardig en risicovol worden geacht als voorwaardelijke opzet, zo lijkt het. In ieder geval alle reden om roekeloosheid zeer strafwaardig te achten, maar anderzijds (mede om die reden) zware eisen te stellen aan de bewezenverklaring van roekeloosheid en de onderbouwing daarvan.

Enkele arresten van de Hoge Raad die betrekking hebben op roekeloosheid:

ECLI:NL:HR:2012:BU2016
ECLI:NL:HR:2013:960
ECLI:NL:HR:2013:1552
ECLI:NL:HR:2013:1554


Geen opmerkingen:

Een reactie posten